Kan ik de installatie zelf (laten) voorbereiden?

Groendus zorgt in het principe voor een complete installatie van je laadpunt, inclusief het aanleggen van de nodige kabels en eventuele aanpassingen in je meterkast.

Je kan er voor kiezen zelf de voorbereiding te doen en Groendus alleen de afmontage te laten doen. Wij raden dit echter niet aan, omdat je voor de installatie van elk merk laadpunten, specifieke kennis nodig hebt en ander installatiewerk moet verrichten. Wij werken samen met installateurs die deze kennis bezitten en raden dus ook aan om je complete installatie door onze installateur te laten doen.

Als de voorbereiding niet aan onze voorwaarden voldoet, kan onze installateur het laadpunt niet zomaar aansluiten en is er mogelijk meerwerk nodig en hier zitten extra kosten aan verbonden. Zelf voorbereiden is dus op eigen risico, en wij kunnen geen ondersteuning bieden bij de voorbereiding.

Hieronder vind je de eisen waaraan de voorbereiding moet voldoen voor ALFEN laadpalen.

Voedingskabel

• 5 x 6 mm2 minimaal YMVK, bij voorkeur YMVK-as (met beschermde mantel). Deze kabeldikte geldt tot een maximum van 60 meter tussen de verdeelkast en het laadpunt. Is de afstand groter? Dan dient een kabeldikte voor de vermelde vermogens volgens de NEN1010 te worden aangehouden, aangevuld met de minimale eisen die de leverancier (Alfen) aan het laadpunt stelt.
  • De kabeldikte geldt zowel voor een enkel en dubbel laadpunt voor een maximale laadsnelheid van 22kW voor het gehele laadpunt (beide stopcontacten).
  • De Alfen Eve Double met twee stopcontacten wordt gevoed met één voedingskabel waarover maximaal 22kW kan worden geladen.
• Om voldoende kabel te hebben om het laadpunt op de juiste plek te installeren dient minimaal 3 meter kabellengte overgehouden te worden aan de zijde van het laadpunt.  
• Als er meerdere laadpunten worden geplaatst dan moet naar iedere laadpunt een elektriciteits- en internetkabel worden gelegd. 

Internetkabel 

• Ethernetkabel CAT5e of CAT6 voor Load Balancing en internetverbinding;
• Internetkabels dienen aan beide kanten voorzien te zijn van stekkers en getest op juiste werking;
• Wordt er gebruik gemaakt van Load Balancing via een P1 meter én Smart Charging Network, zorg dan dat naar één van de laadpunten twee datakabels gaan. Een vanaf de P1 meter en één vanaf de plek waar de switch komt;
• Type F/UTP of S/FTP (afgeschermd). Als U/UTP kabel (niet afgeschermd) wordt gebruikt, moeten deze in een andere mantelbuis liggen dan de voedingskabel;
• Wordt geen F/UTP of S/FTP kabel gebruikt? Dan moet de internetkabel in een aparte mantelbuis worden gelegd. Gebeurt dit niet, dan kan de voedingskabel storing veroorzaken met de werking van Load Balancing of de internetverbinding van het laadpunt. De doorsnede van de mantelbuis dient minimaal 6 centimeter te zijn. Voldoet de mantelbuis niet, dan kan de voedingskabel storing veroorzaken met de werking van Load Balancing of de internetverbinding van het laadpunt;
• Als er meerdere laadpunten worden voorbereid, dan moet iedere onbeschermde ethernetkabel een eigen mantelbuis krijgen. Worden er meerdere afgeschermde ethernetkabels gebruikt dan mogen deze samen in één mantelbuis worden gelegd;
• Bij meerdere laadpunten dienen de internetkabels aan beide zijdes te worden genummerd, zodat direct zichtbaar is welke kabel naar welk laadpunt gaat.

Switch

• Als er voorbereidingen worden getroffen voor meer dan één laadpunt dan moet er een switch worden geplaatst waar alle datakabels op aangesloten moeten zijn.
• Deze switch moet aangesloten worden op werkend internet. 
• Deze switch moet aangesloten worden op een eigen voeding, bijvoorbeeld een vrij stopcontact in de meterkast.
• De switch moet voldoen aan de volgende eisen:
  • Minimale doorvoersnelheid van 100Mbps 
  • Switch heeft een eigen voeding, dus geen Power over Ethernet (PoE).  
  • Aantal poorten is minimaal het aantal laadpunten op de locatie + eventuele toekomstige uitbreiding + 1 vrije poort voor een eventuele externe meter 

Meterkast

De voorbereiding in de meterkast/verdeelkast is voor een enkel laadpunt anders van voor een dubbel laadpunt. Een enkel laadpunt moet worden afgezekerd met een aardlekautomaat, een dubbel laadpunt moet worden afgezekerd met een installatieautomaat, omdat deze al een aardlekschakelaar in het laadpunt heeft. Er moet genoeg vermogen beschikbaar zijn in de meterkast per laadpunt.

Benodigd in meterkast:

Mocht je minder beschikbaar vermogen hebben dan in de tabelaangegeven, kan dit leiden tot een lager (of geen) laadvermogen. Dynamic loadbalancing of lager afzekeren van de laadpunten kan hier een oplossing voor zijn. Dit is op eigen risico en dien je zelf af te stemmen met jouw huisinstallateur.

Gaten graven

Als het laadpunt op een montagepaal wordt geplaatst dan moet er een gat zijn gegraven waar de sokkel die bij deze paal hoort in kan. De Groendus installateur zal het gat na het plaatsen van de montagepaal sluiten zodat de paal stevig komt te staan. De afwerking van de bestrating en/of de beplanting moet door uzelf worden uitgevoerd.

• Formaat gat t.b.v. montagepaal voor een enkel én dubbel laadpunt is minimaal 25 x 35 x 65 cm (bxdxh)
• Het gat dient kort voor de afmontage gegraven te worden i.v.m. regenval

Groendus informeren

Let op: Komen we je laadpunt binnenkort installeren en heb je al voorbereidingen gedaan? Neem dan altijd contact met ons op (laden@groendus.nl) en informeer ons hoe de voorbereiding is gedaan. Zie hieronder welke informatie we nodig hebben. Zo kunnen we de monteur goed geïnformeerd op pad sturen en komt deze niet voor verrassingen te staan.

Voedingskabel:

• Wat is de dikte van de kabel die is gelegd?
• Hoeveel kabellengte is er over aan de zijde van het laadpunt?
• Indien de voedingskabel nog niet is aangesloten in de meterkast: hoeveel kabellengte is er over aan deze zijde?

Internetkabel:

• Is er een UTP kabel gelegd en, zo ja, welk type (CAT, S/F/FTP) is dit?

Meterkast:

• Hoeveel Ampère is er beschikbaar voor de laadpunten?